Ta-Ha (O de Mens) 83. (Toen Mozes uit verlangen om zijn Rab te ontmoeten, verliet hij zijn volk en kwam naar Sinai gebergte en liet zijn broer Aaron bij het volk) “O Mozes! Wat heeft jou ertoe geleid je volk haastig te verlaten (terwijl zij jou als gids hard nodig hebben)?
84. Mozes zegt) ”O mijn Rab (Allah)! Zij volgen mijn pad (betreffende geloof en Islam levensbeschouwing en voegt eraan toe:) “O mijn Rab (Allah)! Om U tevreden te stellen (en tevreden over mij zult zijn) heb ik daarom zo haastig gehandeld (om u te treffen).”
85. (Schepper Allah zegt: “O Mozes! Jij zegt dat jouw volk je pad volgt) Maar Wij hebben hun beproefd (nadat je je volk verlaten had om met Ons te treffen). Samiri heeft hun doen afdwalen (van de juiste pad doordat zij de zelfgemaakte kalf aanbeden, vergoddelijkten).”
86. Als gevolg hiervan keert Mozes uitermate boos en droevig terug naar zijn volk (en zegt met boosheid) “O mijn volk! (Waar zijn jullie mee bezig?) Heeft jullie Rab (Allah) jullie geen mooie belofte gedaan (wanneer jullie de eenheidsgeloof Islam niet zouden verlaten, afgoderij zouden verlaten, allerlei gunsten zou geven)? Hebben jullie dit gedaan en de hoop opgegeven omdat het verwezenlijken van deze belofte niet zal gebeuren en doordat het erg uitgesteld is? Of willen jullie de bestraffing van Rab (Allah)?! Hebben jullie daarom de belofte wat jullie aan mij hebben gegeven verbroken?
87. (Volk zegt “O Mozes!) Wij hebben onze belofte aan jouw niet gewild verbroken. Omdat wij de geleende juwelen (goud, zilver en waardevolle dingen) niet aan de werkelijke eigenaren konden geven (toen wij in Egypte waren en deze juwelen bij ons hadden en omdat wij middenin de nacht van Farao vluchtten hadden wij geen tijd gehad om het terug te geven). Deze hebben wij in de vuur gegooid (om deze juwelen minstens niet meer te hoeven dragen). Samiri heeft het op deze manier gedaan (door van deze juwelen een kalf standbeeld van te maken).”
88. Op deze wijze is er een kalf standbeeld gemaakt dat kan loeien (door Samiri, en heeft deze voorgesteld aan de volk van Israël). (Daarna zeggen Samiri en zijn aanhangers) “Dit is het! Onze werkelijke god en de god van Mozes. Helaas is Mozes zijn echte god vergeten (en is daarom naar Sinai gebergte gegaan om hem te gaan zoeken).”
88. Aan de achterkant van de kalf bevindt zich enkele gaten, wanneer deze in de richting van de wind werd gedraaid komt er geluiden uit, waardoor de volk van Israël dachten dat de kalf loeide, terwijl het niet zo was. Het was dus zo lijkt het erop, een slim bedachte tactiek van Samiri.
89. Zien zij (en denken de zonen van Israël) dan niet dat die kalf standbeeld niet in staat is om antwoord te geven; ook is deze niet in staat de schade (dat zij zouden meemaken) tegen te houden en om mogelijkheid te geven (om iets wat je wilt uit te laten komen)? (Maar helaas begrijpen zij deze waarheid niet).
90. (Toen Mozes nog niet van Sinai gebergte teruggekeerd was en niets van deze situatie afwist, zegt) Aaron (tegen zijn volk): ” O mijn volk (de zonen van Israel)! Jullie worden hiermee (met de kalf standbeeld) beproefd. (Jullie werkelijke Rab is niet deze standbeeld dat door een geschapene is geschapen! Nee, want) De werkelijke Rab is de grenzeloze Barmhartige (Allah dat verdient aanbeden, gediend te worden). (Kom, luister naar mij, verlaat de afgoderij) Volg mij en gehoorzaam mijn bevelen.”
91. ((Voor de zoveelste keer afgedwaalde volk van Israël) Zeggen; “Wij zullen doorgaan met het vergoddelijken van deze kalf totdat Mozes is teruggekeerd.”
92-93.(Van Sinai gebergte teruggekeerd naar zijn volk zegt Mozes boos ) “O Aaron! Waarom belemmerde je hun niet toen je zag dat zij (op de verkeerde pad zaten waardoor zij) werden afgedwaald? Waarom heb je mijn bevel niet gevolgd? Of was je opstandig tegen mijn bevel (en heb je daarom niet ingegrepen)?”
94. (Aaron antwoord hierop) “O (Mozes) de zoon van mijn moeder (beste broer)! Laat mijn baard en haren los (dat je uit boosheid trekt)! (Want) Werkelijk waar (heb ik ze zeker gewaarschuwd, maar), ik vreesde dat jij tegen mij dan zou zeggen: ”jij hebt niet naar mij geluisterd en heb je tussen de zonen van Israël verdeeldheid laten ontstaan (daarom heb ik niet hard opgetreden omdat ik bang was dat je mij zou beschuldigen).”
95. (Dit keer zegt Mozes tegen Samiri) “Maar o Samiri, waarom heb je zoiets gedaan, vertel mij?!”
96. (Samiri) “Ik zag wat zij (de zonen van Israël) niet zagen. (Ik zag dat jouw volk geen goede pad volgde. In plaats van een niet wezenlijke god te geloven, dacht ik dat het maken van een zichtbare god beter leek, bovendien zag ik in uw volk dat zij de neiging hadden om een en andere dingen te vergoddelijken) Echter, ik heb wel wat van de profeet geleerd betreffende zijn levensbeschouwing (dat alleen Rab {Schepper} Allah gediend dient te worden door de Islam als een levensbeschouwing, ideologie aan te nemen) maar ik heb deze (levensbeschouwing, ideologie) geweigerd. Daarom vond ik dat zoiets gedaan moest worden (zodat uw volk net als mij de satanische houding had genomen en van de Islam zijn afgedwaald).
97-98. (Mozes geeft reactie tegen Samiri) Zegt: “Verdwijn! Vanaf nu zal je je hele leven lang uitgesloten en eenzaam zijn. Na je dood (in het hiernamaals) zal je straf uitzitten waar je absoluut niet gered zult worden. Kijk nu voor de laatste keer naar de zogenaamde god dat je (gecreëerd hebt) vergoddelijkt! Want die zal straks in de vuur gegooid en verbrand worden en daarna zal de overblijfselen in de zee geworpen worden.”
(O mijn volk, de zonen van Jacob!) Jullie werkelijke God is (Rab) Allah (dat verdient om gediend te worden). Buiten Hem is er geen werkelijke God (dat verdient om gediend te worden, want Hij is de enige Eigenaar van alles, en daarom ook de enige bevoegd hebbende over alles wat met mensen te maken heeft). Met zijn grenzeloze Kennis (en macht) heeft Hij alles omsingeld.
Hoge Muren (al Araf) 152. Wat betreft die afgod dienaren, zij zullen bestraft worden door (Schepper) Allah en zullen (in deze wereldse leven) een minderwaardig leven leiden waar zij nooit van zullen worden verlost. Zo bestraffen wij die zogenaamde goden creëren (en deze valse gecreëerde goden dienen, vereren)!
153. Wat betreft degenen die zonden op zonden plegen maar spijtig berouw doen en werkelijk innig uit hart geloven (en toepassen in het dagelijkse leven), waarlijk na zulke berouw en innig te gaan geloven, zal Rab (Allah) erg vergiffenis en erg barmhartig behandelen.
154. Nadat Mozes kalm werd pakt hij de stenen tabletten van de grond af. Op die tabletten stonden aanwijzingen en nuttige onderwerpen in voor diegenen die vrezen voor hun Rab (om zo op de juiste pad te blijven en de wetten na te leven).