Sterfte van Jezus

 

Kwestie sterfte van Jezus ( vrede zij met hem )
De woorden van Allah, de betrouwbare bron Koran vermeld;

  • (Jawel! Zo is het! Wij hebben hen (de zonen van Israël, de joden en christenen maar vooral de joden) niet voor niets vervloekt, bestempeld en bestraft) Omdat zij vastberaden bleven ontkennen en tegen Maria een grote (lelijke) lasteringen gedaan hadden (zijn zij dus vervloekt!). (En bovendien) Zij zeiden: “Wij hebben Messias Jezus (omdat die beweert) de profeet van Allah (te zijn) gedood die de zoon is van Maria (ondanks na heldere wonderen met toestemming van Allah, dat gedaan is door Jezus bleven zij onbeschaamd arrogant!). Eigenlijk hebben zij hem (Messias Jezus) niet gedood en ook niet opgehangen (geëxecuteerd), maar dat dachten zij allemaal (dat Jezus dood was) en over deze onderwerp verschilden zij van mening (wat er met Jezus is gebeurd). Zij hadden over deze onderwerp geen stevige informatie; zij gaan alleen achter hun vermoedens aan (zonder enige bewijs te hebben, want de sterveling was dus zeker niet Jezus zelf, als Schepper Allah dat vermeldt dan heeft de mens geen enkel recht om andere dingen te beweren betreffende profeet Jezus ). Het is zeker dat zij over deze onderwerp (of Jezus wel of niet gedood is of wat zijn lot is geweest) zeker geen bewijs hebben.”( Vrouwen,an Nisa 4/157)

  • Waarom wilden de toenmalige Israëlieten (Joden) Jezus doden?
    De toenmalige Joden leidden hoe dan ook een leven onder gezag van de Romeinen.
    De joodse religieuze leiders waren min of meer geïntegreerd in de toenmalige samenleving, dat ze neerbogen voor de autoriteiten van de Romeinen. Zolang de Joden geen opstand deden en alle belastingen betalen en verplichtingen nakwamen was voor Romeinen geen aanleiding om ze te vervolgen.
    Tussentijds was de meeste delen van Thora allang veranderd en verdraaid, waarbij door deze verdraaiing sommige religieuze leiders zelfs baat hadden onder gezag van de Romeinen te behoren. Zo konden ze het volk uitbuiten, rentenieren, het volk overhalen om de keizer te gehoorzamen enzovoort, als het volk maar zijn mond dicht deed, was voldoende voor deze religieuze leiders en de Romeinen.
    Vooral priesterklasse van de Israëlieten in de tijd van Jezus konden goed omgaan met de Romeinen en wilden hun positie onder Romeins gezag graag behouden. Dit betekent dat de priesterklasse (Saduceeën ) meeste invloed hadden en uitoefenden in de Sanhedrin (strafrecht in de Talmoed).
    Echter hier kwam een verandering in; Jezus openbaarde de foute en onfatsoenlijke handelingen van de religieuze leiders/ priesters. De Israëlieten vonden dat Jezus geen goede dingen over hun sprak en volgens de Israëlieten was Jezus dus een onrust zaaier en iemand die godslasterlijke woorden uitsprak.
    Jezus was terecht boos op de Israëlieten omdat ze de wetten van de oorspronkelijke Thora niet naleefden en dat ze het verdraaid hadden. Volgens de bronnen zo boos dat Jezus op een dag het hele tempelplein overhoop gooide, dit zorgde ook voor het nodige kwaad onder de Israëlieten.
    Om deze redenen zijn ook volgelingen van Jezus (o.a. Stefanus en Jakobus) in eerste instantie door het joodse gezag als gevolg hiervan door de Romeinen vervolgd, net als Jezus.
    Want de brief van Jacobus ‘De Jakobusbrief’ brief ‘genoemd, werd vaak bekritiseerd of verworpen vanwege de daarin voorkomende nadruk op werkheiligheid: “het geloof dat men door eigen werken en verdienste gered kan worden”.
    Jacobusbrief werd door Maarten Luther dan ook ‘strooien brief’ genoemd.
    Met Werkgelegenheid bedoelde Jacobus, dat iedereen afhankelijk is wat hij doet of zegt. Met andere woorden, elk individu is verantwoordelijk voor zijn eigen daden, goed of slecht dit maakt niet uit en in het hiernamaals zal ieder zijn eigen verantwoordelijkheid afleggen over de daden wat die destijds op de aarde heeft gedaan, dus dat niemand andermans zonde kan verdragen. Dit spreekt Paulus absoluut tegen.
    Hij zegt dat Jezus gestorven is om de zonden van de mensen op zich te nemen en nog veel van deze opmerkelijke uitspraken van Paulus is te vinden in diverse evangeliën maar met name in de brieven die hij schreef.
  •