Koran Hoofdstuk alBakara

143. (O Moemins! Trek niets van hun aan, laat ze zeggen wat zij vinden!) Zo hebben Wij gewild dat jullie een gemeenschap worden die middenweg volgt waarbij Profeet voorbeeldig is voor jullie en jullie voorbeeldig zijn tegenover de mensen (door de openbaringen, verzen correct na te leven zoals rechtvaardigheid, evenwichtigheid, ethiek, fatsoennormen niet overtredend, goed en behulpzaam, sociaal controle heeft, verantwoordelijkheidsgevoel, allerlei grensoverschrijdende gedrag vermijdt, gedegen volk worden door Allah als de enige ware God te dienen op alle vlakken in het leven).

(O Profeet!) De reden waarom Wij Kaba waar jullie nu naar gericht zijn (om salat uit te voeren en andere aanbiddingen) is om tevoorschijn te halen wie jouw wel of niet volgen. (Het veranderen van richting is werkelijk een moeilijke beproeving voor mensen met vooroordeel en of voor schijnheiligen).(Maar) Diegenen die deze beproeving (test) goed (zullen) doorstaan zijn diegenen waarbij Allah hun op de juiste pad heeft geleidt (omdat zij niet opstandig waren en bereid waren alleen Allah te dienen door Muhammed te volgen, zich onvoorwaardelijk tot Allah onderwerpen en alleen Zijn tevredenheid willen winnen). (Behalve de ontkenners zijn er ook die alleen de Islam naleven wanneer het hun uitkomt of zolang er baat uit te halen valt, als het hun niet zint zullen zij de goddelijke bevelen weigeren te doen, bewust of onbewust, zoals rentenieren, samenwerken met de despoten, de wetten van de ontkenners/despoten invoeren enzovoort en zich toch voordoen alsof zij moslms zijn, terwijl dit schijnheiligheid is dat weer resulteert tot ontkenning.)

(O moemins!) Allah zal jullie gedane salat (vanaf het moment dat jullie in Medina waren en richting Jeruzalem baden) absoluut niet ongeldig verklaren. (Integendeel!) Allah is erg medelijdend en goedhartig tegen de mensen (vooral tegen moemin dienaren).

144. (O Profeet!) Wij zien dat jij regelmatig naar boven kijkt (met de hoop dat je misschien openbaringen zult ontvangen van Gabriel dat je weer richting Kaba mag bidden). (Wees voortaan gerust) Wij zullen je natuurlijk naar de richting (Kaba) wijzen waar jij tevreden zult zijn. (Welnu, wanneer jullie de salat uitvoeren en voor andere biddingen) Keer je gezicht voortaan richting Mescidil Haram (de Kaba in Mekka).

(O moemins!) Waar jullie je ook bevingen keer je gezicht richt Mescidil Haram (wanneer jullie gaan bidden).

Aan wie de Boek was gegeven weten ongetwijfeld heel goed dat die waarheid (betreffende de oordeel van Allah om de richting van Jeruzalem weer naar Kaba te veranderen om salat en andere biddingen te doen dat destijds door de aartsvader Abraham is herbouwd waarover zij zo overscheppen maar de leefstijl van hun aartsvader achterwege laten, dat dit onvoorwaardelijk en absoluut niet ter discussie is en) van hun Rab komt. Allah is absoluut niet onwetend over wat zij (Joden en Christenen) doen (want vanwege arrogantie, hebberigheid, verwaandheid en achter hun wil en begeertes aangaan in deze tijdelijke wereld). (Terwijl de zonen van Israël, later verdeeld in Joden en Christenen, zoveel beproevingen hebben meegemaakt, herhaaldelijk fouten gemaakt en wegens hun innige berouw, Rab Allah weer meerdere keren vergeven. Zij willen maar niet ophouden met verwaandheid, arrogantie, tegen anderen neerkijkend zijn. Hoe de Joden en Christenen zich ook voelen, de waarheid is één, Muhammed is de laatste Profeet en de Koran is de laatste Boek, de woorden van de niet aan een bepaalde volk maar aan de hele mensheid verzonden door Allah, de Schepper, de Baas van alles.)

145. (O Profeet!) Ook al kom je met veel bewijzen dan, dan nog zullen zij (de Joden en Christenen aanhoudend blijven ontkennen en) zich niet richten (naar Kaba) waar jij je gezicht naar gericht hebt (om salat en andere biddingen te doen). (Terwijl de Kaba de eerwaardige Abraham samen met zijn zoon Ismael omwille van Rab Allah herbouwd heeft, is Kaba een symbolische plek om aan te tonen dat diegenen die daar komen bezoeken, aan Abraham te denken en zoals hem, koste wat kost alleen de Schepper, daarom de enige Allah te dienen dat gezuiverd is van sjierk aandoeningen, net als hem opstandig zijn tegen de satan, satanische dingen zoals Allah dat wenst en beveelt te doen.)

Jij zult je sowieso niet richten waar zij zich naar richten. (Laat staan dat) Zij zullen zich ook niet naar elkaars richting richten. (Want elk richting van hun is eigenlijk niets anders dan wil en verlangens waar zij zich naar richten. Alle richtingen waarbij Allah niet gekozen heeft om je naar toe te richten, zijn ongeldig en waardeloos.)

(O Profeet!) Nadat de kennis (en openbaringen) aan jouw is gekomen maar toch hun verlangens wilt volgen (en of kiest in welke vorm dan ook) dan zal je tegen jezelf groot onrecht (fout) aangedaan hebben (en in dit geval zal je buiten Allah niemand vinden om je tegen de hevige bestraffing van Allah te redden, want andere of andermans bepalingen, oordelen, wetten volgen is gelijk aan sjierk, afgoderij!)! (Want wie is beter om oordelen, bepalingen, wetten te maken en op te leggen dan Allah?)

146. Aan (Joden en Christenen en aan hun voorouders aan) wie Wij (in het verleden) de boek (openbaringen) hadden gegeven, kennen (en weten) die (waarheid en de geschiedenis over Mescidil Haram/Kaba en dat het de richting was van Abraham en door hem in opdracht van Allah herbouwd werd en de inhoud wat de symbolische handelingen in Kaba betekenen) heel goed zoals zij zijn eigen zonen heel goed kennen (en weten). (Maar tegelijkertijd weten zij ook dat Muhammed met de naam Ahmad, in de Bijbel en in Thora staat vermeld dat die zal komen als de laatste Profeet, en wel voor de hele mensheid). (Maarkijk!) Desondanks verbergen sommigen van hen opzettelijk de waarheid (puur uit jaloezie, arrogantie, hebberigheid, uit wereldse begeertes…).

146. In de Thora, Genesis staat het volgende vermeld over Profeet Muhammed:

12 Maar God zeide tot Abraham: Laat het niet kwaad zijn in uw ogen, over den jongen, en over uw dienstmaagd; al wat Sara tot u zal zeggen, hoor naar haar stem; want in Izak zal uw zaad genoemd worden.

13 Doch Ik zal ook den zoon dezer dienstmaagd tot een volk stellen, omdat hij uw zaad is.

14 Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en nam brood, en een fles water, en gaf ze aan Hagar, die leggende op haar schouder; ook gaf hij haar het kind, en zond haar weg. En zij ging voort, en dwaalde in de woestijn Ber-seba.

15 Als nu het water van de fles uit was, zo wierp zij het kind onder een van de struiken.

16 En zij ging en zette zich tegenover, afgaande zo verre, als die met den boog schieten; want zij zeide: Dat ik het kind niet zie sterven; en zij zat tegenover, en hief haar stem op, en weende.

17 En God hoorde de stem van den jongen; en de Engel Gods riep Hagar toe uit den hemel, en zeide tot haar: Wat is u, Hagar? Vrees niet; want God heeft naar des jongens stem gehoord, ter plaatse, waar hij is.

18 Sta op, hef den jongen op, en houd hem vast met uwe hand; want Ik zal hem tot een groot volk stellen.

19 En God opende haar ogen, dat zij een waterput zag; en zij ging, en vulde de fles met water, en gaf den jongen te drinken.

20 En God was met den jongen; en hij werd groot, en hij woonde in de woestijn, en werd een boogschutter.

21 En hij woonde in de woestijn Paran (Faran); en zijn moeder nam hem een vrouw uit Egypteland.

In Paran werden de zonen geboren van Ismael (de zoon van onze eerwaardige aartsvader Abraham), de voorvaderen van Muhammed/Ahmad van afstammen. Profeet Muhammed behoort tot de Kurays familie in Mekka, de eerste openbaringen werden dus in Mekka geopenbaard aan Muhammed aan een zoon uit de Kurays familie, de nakomeling van onze aartsvader Abraham.

147. De absolute waarheid komt van je Rab (betreffende de oordeel van Rab Allah dat de Kaba als de richting/Qibla aangenomen moet worden waar de moslims hun gezicht moeten richten om te bidden, salat te doen). (De ontkenners zullen je dwars zitten, onrust zaaien over deze kwestie) Daarom, twijfel absoluut niet (over de oordeel van je Rab)!

148. (Elk volk en) Iedereen heeft een richting (methode, streven, levensbeschouwing, ideologie, leefstijl, waarde) waar die zich naar richt (goed of slecht). Daarom, strijd met elkaar (hoe je het beste Allah kunt dienen, doe dit op een mooie en gepaste wijze) om goede dingen te doen (omwille van Allah in plaats van te discussiëren waar je gezicht gericht/qikla moet worden)! Want vergeet niet; waar jullie je ook zullen bevinden, Allah zal jullie allemaal bij elkaar verzamelen (om te berecht in het hiernamaals). Allah is allemachtig om alles te doen.

149. (O Profeet en moemins!) Richt je gezicht richting Mescdil Haram waar jullie je ook zullen bevinden (om salat uit te voeren). Want ongetwijfeld is dit een bevel van je Rab Allah. (Want vergeet niet!) Allah is niet onwetend over wat jullie doen (en waar jullie je ook bevinden, leef met Allah gedachte).

150. (Zo is het) Waar jullie ook naar toe gaan; richt je gezicht richting Mescidil Haram (als jullie salat moet doen).

(O Moemins! Jullie ook) Richt jullie gezicht richting die kant op (richting Mescidil Haram/Kaba) zodat de mensen op deze wijze, (behalve despoten die vastberaden de waarheid proberen te verdraaien en onrust proberen te zaaien puur uit jaloezie) geen bewijzen hebben om in nadeel voor jullie te gebruiken (om niet te laten zeggen “jullie verlaten onze geloof maar richten je gezicht wel waar wij ons richten”).

(O Moemins!) Vrees niet van hun (die over jullie levensbeschouwing en qibla strijd voeren)! (Maar) Vrees alleen voor Mij (om niet opstandig te zijn tegenover Mij)! (Onderwerp je innig uit hart tot Mij!) Zodat Ik de gunst (gave, de Islam) voor jullie voltooi. Met de hoop dat jullie je naar de werkelijk richten (zoals jullie voorouder Abraham destijds bad tot Allah “Onze Rab! Stuur (weer uit onze nakomelingen) aan hun profeten die Uw verzen voorlezen, de boek (de bepalingen wat hierin staan verteld) en wijsheid leert (zowel in betekenis als boodschappen, maar ook hoe zij deze boodschappen in leven moeten overbrengen) en (op deze wijze) hen zuiver houdt(als een pantser beschermdtegen sjierk en zondigen”).

151.Want Wij hebben uit jullie (gemeenschap die jullie goed kennen) een Profeet gestuurd die Onze verzen uit de Boek (Koran) aan jullie leest en leert (zowel wat de verzen, boodschappen inhouden en aan de hand hiervan) hoe jullie (in het dagelijkse leven) moeten toepassen, jullie zuivert (en zuiver houdt van allerlei vormen van sjierk, slechtheden) en de (vele) waarheden (wetten, bepalingen van Allah) die jullie niet weten uitlegt (en zal blijven uitleggen totdat de voltooiing is verwerkelijkt).