Allah (God) is absoluut door niemand te zien. De teksten spreken elkaar tegen. In Werkelijke Gods openbaringen zijn tegenspraken absoluut niet te vinden.
Wordt God Allah wel of niet moe?
Jesaja 40; 28 Weet je het niet? Heb je het niet gehoord? Een eeuwige God is de HEER, schepper van de einden der aarde. Hij wordt niet moe, hij raakt niet uitgeput, zijn wijsheid is niet te doorgronden.
Genesis 2; 2 Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. 3 God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk.
Exodus 31;16-17 Voor mij en hen is die dag een teken van een eeuwigdurend verbond, want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zevende dag heeft hij gerust om op adem te komen.’
Allah is geen mens dat behoefte heeft om tot rust te komen. Hij is grenzeloos machtig en Krachtig, daarom is Hij de Heer der werelden.
Is Allah wel of niet spijtig?
Numeri 23; 19 God is geen mens, dat hij zijn woord zou breken of terug zou komen op zijn besluit. Zou hij beloven en niet vervullen, zijn woord geven en het niet gestand doen?
Genesis 6; 5 De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. 6 Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst.
7 Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt.
God met een vrouw of niet?
Jesaja 54;5 Want je maker neemt je tot vrouw, HEER van de hemelse machten is zijn naam. De Heilige van Israël zal je bevrijder zijn, men noemt hem God van de hele aarde.
God met een vrouw! Allemachtige, als dit geen openlijke lastering is? Het is niet vreemd dat Allah de Israëlieten vervloekt en het verbond heeft beëindigd.
Heeft Aaron de kalf aanbeden of niet aanbeden?
Exodus 31;1 Het volk wachtte lang op Mozes. Toen hij maar niet van de berg afkwam, verdrongen ze zich om Aäron en eisten van hem: ‘Maak een god voor ons die voor ons uit kan gaan, want wat er gebeurd is met die Mozes,
die ons uit Egypte heeft geleid, weten we niet.’ 2 Aäron antwoordde: ‘Neem dan uw vrouwen, zonen en dochters hun gouden oorringen af en breng die bij mij.’ 3 Hierop deden alle Israëlieten zonder aarzelen hun gouden oorringen af en gaven die aan Aäron. 4 Alles wat ze hem brachten smolt hij om en hij goot er een beeld van in de vorm van een stierkalf. Het volk riep uit: ‘Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!’ 5 Toen Aäron besefte wat er gebeurde, bouwde hij een altaar voor het beeld en kondigde hij aan dat er de volgende dag een feest voor de HEER zou zijn. 6 De volgende morgen vroeg brachten ze brandoffers en vredeoffers. Ze gingen zitten om te eten en te drinken, en stonden daarna op om uitbundig feest te vieren.
Psalmen 106;16 In het kamp werden zij afgunstig op Mozes, en op Aäron, de heilige dienaar van de HEER. Aaron was een heilige dienaar van God, dus aanbad hij de kalf absoluut niet. In de Koran wordt dit ook duidelijk
vermeld dat de volk van Mozes zijn broer Aaron vernederde en niet geluisterd hebben.
Wel of geen bestraffing door God?
Hosea 4;14 Maar jullie dochters zal ik hun overspel niet aanrekenen, jullie schoondochters zal ik niet straffen voor hun ontrouw, want zelf gaan jullie met hoeren mee en brengen offers in gezelschap van tempelhoeren.
Zo komt een volk zonder verstand ten val.
Leviticus 20;8 Houd je aan mijn bepalingen en leef ze na; ik ben de HEER, ik heilig jullie. 9 Wie een vloek uitspreekt over zijn vader of zijn moeder, moet ter dood gebracht worden. Hij heeft zijn eigen vader of moeder vervloekt
en heeft zijn dood aan zichzelf te wijten. 10 Wie overspel pleegt met een getrouwde vrouw, een vrouw die een ander toebehoort, moet ter dood gebracht worden. Beide echtbrekers moeten worden gedood.
Genesis 38;24 Ongeveer drie maanden later kwam men Juda vertellen dat Tamar, zijn schoondochter, zich als een hoer had gedragen en daardoor zwanger was. ‘Breng haar de stad uit,’ zei Juda, ‘ze moet verbrand worden.’
25 Maar terwijl ze de stad uit werd gebracht, liet ze haar schoonvader deze boodschap brengen: ‘Ik ben zwanger van de eigenaar van deze voorwerpen. Kijkt u eens goed van wie dit zegel, dit snoer en deze staf zijn.’
26 Juda herkende ze en zei: ‘Zij is onschuldig maar ik niet, want ik heb haar niet aan mijn zoon Sela gegeven.’ Hij had geen tweede keer gemeenschap met haar.
Bij een wordt geen straf opgelegd en bij ander wel. Is de God van de Israëlieten wel rechtvaardig? De werkelijke God Allah is absoluut rechtvaardig, Barmhartig en Genadevol.
Had Michal (Merab) wel of geen kinderen?
2 Samuel 6;23 Michal, de dochter van Saul, zou kinderloos blijven tot op de dag van haar dood.
2 Samuel 21;8 Daarom nam hij Armoni en Mefiboset, de twee zonen die Saul had gekregen bij Rispa, de dochter van Ajja, en de vijf zonen die Sauls dochter Merab ( Michal ) had gekregen van Adriël, de zoon van Barzillai uit Mechola.
Hoelang had Noah geleefd?
Genesis 6;3 Toen dacht de HEER: Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets dan vlees; hij mag niet langer dan honderdtwintig jaar leven.
Genesis 9;28 Noach leefde na de zondvloed nog driehonderdvijftig jaar. 29 In totaal leefde Noach negenhonderdvijftig jaar. Daarna stierf hij.
In ene verz zegt God dat een mens maximaal 120 jaar mag leven en bij een ander verz heeft Noah 950 jaar geleefd. Een duidelijke verdraaing van de Tora schrijvers. God spreekt zich nooit tegen.
Wie was geofferd? Isaac of Ismael? Was Isaac de enige zoon van Abraham?
Genesis 22;1 Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. ‘Abraham!’ zei hij. ‘Ik luister,’ antwoordde Abraham. 2 ‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga met hem naar het gebied waarin de Moria ligt.
Daar moet je hem offeren op een berg die ik je wijzen zal.’
Genesis 16;1 Abrams vrouw Sarai baarde hem geen kinderen. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar. 2 ‘Luister,’ zei Sarai tegen Abram, ‘de HEER houdt mijn moederschoot gesloten. Je moest maar met mijn slavin slapen,
misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen.’ Abram stemde met haar voorstel in .3 en Sarai gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw; Abram woonde toen tien jaar in Kanaän. 4 Hij sliep met Hagar en zij werd zwanger.
Toen Hagar merkte dat ze zwanger was, verloor ze elk respect voor haar meesteres. 5 Sarai zei tegen Abram: ‘Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk! Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld,
en nu ze weet dat ze zwanger is toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de HEER maar beoordelen wie er in zijn recht staat: ik of jij.’ 6 Abram antwoordde: ‘Het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt.’
Toen maakte Sarai haar het leven zo zwaar dat ze vluchtte.
Genesis 7 Een engel van de HEER trof haar in de woestijn aan bij een waterbron, de bron die aan de weg naar Sur ligt. 8 ‘Hagar, slavin van Sarai, waar kom je vandaan en waar ga je heen?’ vroeg hij. ‘Ik ben gevlucht voor Sarai,
mijn meesteres,’ antwoordde ze. 9 ‘Ga naar je meesteres terug,’ zei de engel van de HEER, ‘en wees haar weer gehoorzaam.’ 10 En hij vervolgde: ‘Ik zal je heel veel nakomelingen geven, zo veel dat ze niet te tellen zullen zijn.
11 Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Die moet je Ismaël noemen, want de HEER heeft gehoord hoe zwaar je het te verduren had. 12 Een wilde ezel van een mens zal hij zijn: hij schopt iedereen, iedereen schopt hem. Met al zijn verwanten zal hij in onmin leven.’ 13 Toen riep zij de HEER, die tot haar had gesproken, zo aan: ‘U bent een God van het zien. Want,’ zei ze, ‘heb ik hier niet hem gezien die naar mij heeft omgezien?’ 14 Daaraan dankt de bron die daar is zijn naam, Lachai-Roï; hij ligt tussen Kades en Bered.
15 Hagar bracht een zoon ter wereld, en Abram noemde de zoon die zij hem gebaard had Ismaël. 16 Abram was zesentachtig jaar toen Hagar hem Ismaël baarde.
Genesis 21;1 De HEER zag om naar Sara zoals hij had beloofd, hij gaf haar wat hij had toegezegd: 2 Sara werd zwanger en baarde Abraham op zijn oude dag een zoon, op de vastgestelde tijd, die God hem had genoemd.
3 Abraham noemde de zoon die hij gekregen had en die Sara hem gebaard had, Isaak, .4 en hij besneed Isaak toen deze acht dagen oud was, zoals God hem had opgedragen. 5 Abraham was honderd jaar toen zijn zoon Isaak werd geboren.
Genesis 22;12 ‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.’ 13 Toen Abraham opkeek, zag hij een ram die met zijn horens verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. 14 Abraham noemde die plaats ‘De HEER zal erin voorzien’. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt:
‘Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.’
Genesis 17;17 Abraham boog zich diep neer, maar lachte en dacht: Hoe zou iemand van honderd nog een kind kunnen krijgen? En Sara, zou zij op haar negentigste nog een kind ter wereld kunnen brengen? 18 En hij antwoordde God:
‘Ik zou al gelukkig zijn als Ismaël onder uw bescherming mocht staan.’ 19 Maar God zei: ‘Nee, je vrouw Sara zal je een zoon baren, die je Isaak moet noemen, en met hem zal ik mijn verbond voortzetten.
Het zal een eeuwigdurend verbond zijn, dat ook voor zijn nakomelingen zal gelden. 20 En wat Ismaël betreft, ik verhoor je: ik zal hem zegenen, hem vruchtbaar maken en hem veel, heel veel nakomelingen geven.
Twaalf stamvorsten zal hij verwekken en er zal een groot volk uit hem voortkomen.
Genesis 18;11 Nu waren Abraham en zij op hoge leeftijd gekomen en de jaren dat een vrouw vruchtbaar is, lagen al ver achter haar. 12 Daarom lachte ze in zichzelf. Zou de liefde voor mij dan nog weggelegd zijn? dacht ze.
Ik ben immers verwelkt, en ook mijn man is al oud. 13 Toen vroeg de HEER aan Abraham: ‘Waarom lacht Sara, waarom vraagt ze zich af of ze op haar leeftijd nog wel een kind ter wereld kan brengen?
14 Is ook maar iets voor de HEER onmogelijk? Op de vastgestelde tijd, over precies een jaar, kom ik bij je terug en dan heeft Sara een zoon.’
Isaac was dus niet de enige zoon van Abraham.
Eerste zoon was Ismael geboren van Hadgar (Hacer) en 14 jaar later werd Isaac geboren van Sara.
Abraham wilde dat Ismael gespaard bleef. Dit betekent dus dat Ismael werd geofferd, omdat Abraham zijn belofte was nagekomen hoefde Ismael niet meer geofferd te worden en bleef dus gespaard.
Dus Isaac was niet diegene, de enige zoon dat opgeofferd moest worden.
Allah heeft gewild dat vanuit Isaac profeten zal plaatsvinden.
Vanuit Ismael zijn ook grote volkeren ontstaan.
Bovendien staat ’12 Een wilde ezel van een mens zal hij zijn” dit zegt een werkelijke enige God niet want God is Barmhartig en Genadevol.
Alleen door Israëlieten gemaakte god kan dit gezegd hebben. Met andere woorden de Thora schrijvers bedoelen duidelijk hiermee dat aangezien Hadjar een slavin is, is voor de Israëlieten geen probleem om zijn zoon Ismael
een beest te noemen (in talmoed staan er nog vreselijke dingen in). Ze vernederen een mens dat God geschapen heeft. God is Almachtig en Barmhartig, een barmhartig God zal nooit zulke uitspraken doen. De Thora schrijvers hebben dit heel duidelijk in Tenach in toegevoegd.