Sterfte van Jezus

Echter, Discipeel Jacobus had gelijk, want dit komt ook in overeen wat ook in de Koran staat vermeld; “15. Degene die de rechte weg volgt, volgt deze slechts voor zijn eigen heil en hij die dwaalt, dwaalt alleen tegen zichzelf.
Koran…En geen lastdrager zal de last dragen van een ander….’” (Al Israa 17/15).
Ook Johannes de doper (in de Koran profeet Yahya de zoon van Sacharias) werd onder de menigte ook op een gruwelijke manier gedood en de Israëlieten (zijn familie) keken toe. Dus op het moment dat Jezus de nieuws verkondigde,
was profeet Yahja ook de oorspronkelijke wet van Thora (de geboden en verboden van Allah) aan het verkondigen.
Uiteindelijk door de samenwerking tussen de priesters (Sanhedrin) en de Romeinse gezag zorgden ervoor dat Jezus vervolgd en gekruisigd kon worden.
Evangelie van Matteus kwestie priesterklasse in de tijd van Jezus;
Matteus 23;
1 Daarna richtte Jezus zich tot de menigte en tot zijn leerlingen
2 en zei: ‘De Schriftgeleerden en de farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes.
3 Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden.
4 Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten.
5 Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer,
6 ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen,
7 en hechten eraan op het marktplein eerbiedig te worden begroet en door de mensen rabbi te worden genoemd.
8 Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters.
9 En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar één vader, de Vader in de hemel. 10 Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de messias.
11 De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn.
12 Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.
13 Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe. 14
15 Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet te winnen, en wanneer je hem eenmaal voor je gewonnen hebt, wordt hij dankzij jullie tot een hellekind in het kwadraat.
16 Wee jullie, blinde leiders, jullie zeggen: “Wanneer iemand zweert bij de tempel, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij het goud van de tempel, is aan die eed gebonden.”
17 Dwaas zijn jullie en blind, wat is nu van meer waarde: het goud of de tempel die het goud geheiligd heeft?
18 Zo zeggen jullie ook: “Wanneer iemand zweert bij het altaar, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij de offergave die daarop ligt, is aan die eed gebonden.”
19 Blind zijn jullie, wat is nu van meer waarde: de offergave of het altaar dat de offergave heiligt? 20 Wie dus zweert bij het altaar, zweert daarbij en bij alles wat daarop ligt.
21 En wie zweert bij de tempel, zweert daarbij en bij degene die hem bewoont.
22 En wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij hem die daarop gezeten is.
23 Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw,
terwijl men het een zou moeten doen zonder het andere te laten.
24 Blinde leiders zijn jullie, die uit hun drank de muggen ziften, maar een kameel wegslikken.
25 Wee jullie, Schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, de buitenkant van bekers en schalen spoelen jullie af, maar de binnenkant blijft vol roofzucht en onmatigheid. 26 Blinde farizeeër, spoel eerst de binnenkant van de beker om,
dan wordt de buitenkant vanzelf ook schoon.
27 Wee jullie, Schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden.
28 Zo lijken ook jullie voor de mensen uiterlijk op rechtvaardigen, terwijl jullie innerlijk vol huichelarij en wetsverachting zijn.
29 Wee jullie, Schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bouwen grafmonumenten voor de profeten en versieren de graven van de rechtvaardigen,
30 en jullie zeggen: “Als wij geleefd hadden in de tijd van onze voorouders, zouden wij ons niet zoals zij schuldig hebben gemaakt aan de moord op de profeten.”
31 Daarmee erkennen jullie zelf dat jullie kinderen zijn van hen die de profeten vermoord hebben.
32 Maak de maat van jullie voorouders dan maar vol!
33 Slangen zijn jullie, addergebroed, hoe denken jullie te kunnen ontkomen aan een veroordeling tot de Gehenna?
34 Dat is de reden waarom ik profeten en wijzen en Schriftgeleerden naar jullie zal sturen. Jullie zullen sommigen van hen doden, kruisigen zelfs, en anderen in jullie synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen.
35 Al het onschuldige bloed dat op aarde is vergoten zal jullie worden aangerekend, vanaf het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zecharja, de zoon van Berechja, die jullie vermoord hebben tussen het heiligdom
en het brandoffer altaar. 36 Ik verzeker jullie: op deze generatie zal dit alles neerkomen.
37 Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild. 38 Jullie stad wordt eenzaam aan haar lot overgelaten.
39 Ik verzeker jullie: vanaf nu zullen jullie mij niet meer zien, tot de tijd dat je zult zeggen: “Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!”’
Vrede zij met hem en zijn oprechte discipelen, Amen!