drie-eenheid in de Koran;
116.” Wanneer Allah in het hiernamaals zal zeggen: “O Jezus, zoon van Maria, heb jij tegen de mensen gezegd: ‘Beschouw mij en mijn moeder als goden naast Allah,’? zal hij antwoorden: “(U bent verre van zulke dingen!) Hoe zou ik durven! (Absoluut niet, U bent Heilig)! Wie ben ik om zoiets te kunnen zeggen (dat ik een god ben)! (En bovendien) Indien ik dat gezegd zou hebben dan had U dat zeker geweten. Immers, U weet, wat in mijn innerlijke is (en wat ik openbaar wat zeg) maar ik kan Uw Kennis niet weten (zolang U niets laat weten). Met Uw grenzeloze Kennis weet U natuurlijk de beste over dingen waarvan ik (met menselijke verstand) niet kan bereiken.
Ik zei niets anders dan wat U mij hebt bevolen: “Dien alleen Allah, dat mijn Rab en jullie (Heer, Heerser, Bestuurder, de Eigenaar van alles) Rab is.” Zolang ik bij hun was zag ik en wist ik wat zij deden. Maar nadat U mij liet sterven, zag en wist U wat zij allemaal deden, want U bent getuige van alles (met grenzeloze kennis) (al maidah 5/116-117).
Eerwaardige Jezus zal dus in het hiernamaals tijdens de Grote Berechting tegen de Schepper zeggen; ‘zolang ik tussen hun was heb ik precies gedaan wat U (Allah) van me wilde. Ik heb ze gewaarschuwd van de fouten wat ze deden, onfatsoenlijke gedragen moesten vermijden en nog veel meer, maar tegelijkertijd heb ik ze het goede nieuws gegeven dat wanneer ze mij zullen erkennen en naar me zullen luisteren en doen wat ik hun opdraag en dat dit door Almachtige Allah goedgekeurd zal worden en dat ze de eeuwige Paradijs binnen konden treden. Maar Vanaf mijn sterfte weet ik van niks want ik was er niet bij. U hebt alles gezien want U bent alles ziende. Daarom zijn zij verantwoordelijk voor hetgeen wat ze hebben misdaan na mijn sterfte. Dit betekent dat ik niemand heb verteld, naast jouw mij te dienen. U bent verre van deelgenoot toekenningen (sjierk).’
In de dag des oordeel zal Allah uitspraak doen waarover zij van mening verschilden. Dit geldt natuurlijk voor de Joden en de christenen. Hetzelfde geldt ook voor mensen die zich moslim noemen maar het ‘moslim zijn’ niet nakomen. Allah maakt geen enkel onderscheid tussen welke geloofsovertuiging dan ook, want ieder zal volgens de Islamitische richtlijnen berecht worden. Allah is Almachtig, Rechtvaardig met zijn oordeel, barmhartig en genadevol. Tegen de leugenaars, lasteraars en afgod dienaren zal Hij absoluut geen medelijden hebben.
Koran;
63-64. Destijds, toen Jezus met (wonderbaarlijke) bewijzen aankwam (om het volk van de zonen van Israël waarin hij leefde te waarschuwen) zei hij: “ Ik ben met wijsheid en kennis (als een profeet met een goddelijke informatie voor jullie) gekomen met als doel om sommige (onderwerpen) waarin jullie van meningsverschillen uit te leggen (om de waarheden te boven laten komen). Daarom, vrees voor Allah en gehoorzaam mij (zodat jullie verlost worden wanneer jullie het opstandig gedrag verlaten). (Want) Ongetwijfeld is Allah mijn Rab maar ook jullie Rab. (Verlaat het opstandige, arrogante gedrag, leef de bevelen correct na op alle vlakken in het leven wat met mens te maken heeft en) Dien alleen Hem (en verlaat je ego te vergoddelijken). Dit is de oprechte juiste pad (Islam waarvan Allah tevreden mee is)!” (as Zoehroef 43/63-64 )
(O mensen) Deze (prachtige paradijs) is ongetwijfeld de allergrootste bevrijding (een blijvende heilige winst en allergrootste vreugde en wel voor altijd)! Voor diegenen die (Islamitische) daden verrichten (om Allah tevreden te stellen door Zijn wetten op alle vlakken in het leven toe te passen) dienen alleen werkzaamheden te verrichten om zulke beloning te winnen (door op een correcte wijze Allah te gehoorzamen en Islamitische daden te verrichten om zo de eeuwige paradijs te winnen in het hiernamaals, want op deze wijze zal de verheven eeuwige vreugde bereikt worden). (Saffat 56-60-61)