Israelieten in de Koran

 

Enkele verzen uit de Koran omtrent de Israëlieten,
Al Bakara:

40-41. O de zonen van Israël! Herinner de zoveel aan jullie gegeven gunsten! Kom de beloftes na die jullie aan Mij hebben gegeven (wat in de originele Thora staat vermeld dat Ik voor de laatste keer een profeet zal laten komen met de naam Ahmad=geprezen en dat jullie hem zullen gehoorzamen) zodat Ik ook Mijn beloftes verwerkelijk (betreffende vrede op de aarde en in het hiernamaals, maar dan dienen jullie met oprechtheid alle profeten inclusief profeet Muhammed innig te geloven en te accepteren). (Daarom, verlaat die koppigheid voor je eigen bestwil en laat de tijdelijke aardse duur en begeertes jullie niet misleiden en vermijd de ontkenning en trek niets van de dreigementen van de despoten aan en daarom,) Vrees alleen (maar dan alleen) voor Mij (en bescherm je tegen de hevige bestraffing in het hiernamaals). Geloof in deze (Koran) dat Ik neergedaald heb dat wat jullie (de originele Thora) in bezit hebben bevestigd (ook neergedaald was door Mij en daarin werd vermeld dat voor de laatste keer in de toekomst een profeet zal komen met de naam geprezene, is deze Koran van dezelfde bron afkomstig). Wees niet de (slechte voorbeeldige) voortrekkers om die (waarheid Koran, de woorden van Allah zijn) te ontkennen (, integendeel, jullie dienen als de eersten te accepteren en te gehoorzamen dat het afkomstig is van de Rab van het Universum). (Daarom) Ruil Mijn verzen niet tegen onwaardige dingen (als aardse begeertes, positie, roem, wees niet geldlustig en hebberig). Vrees (niet voor een ander of voor iets, maar vrees) alleen voor Mij en bescherm je (tegen de helse bestraffing en vermijd tegenover Mij weerstand te bieden, daarom accepteer Muhammed als de profeet en kom de bepalingen na wat in de Koran vermeld staan te staan zodat Ik op deze wijze de beloftes die Ik eerder aan jullie had gegeven na zal komen).

42-43. (O de zonen van Israël!) Verdraai de waarheid niet met onjuistheden (door ongegronde beweringen naar voren te brengen) en probeer de waarheid (om welke redenen dan ook) bewust niet te verbergen (dat Muhammed de laatste profeet is, want) dit weten jullie (heel goed dat hij een profeet is, want dit staat vermeld in de originele Thora). Voer de salat op een juiste (gepaste) wijze uit; geef aalmoezen (en of biedt financiële en moreel hulp aan diegenen die hier behoefte aan hebben). (Tijdens de salat) Buig (gehoorzaam) samen met (moemins) die ook buigen (en de wetten, bepalingen van Allah nakomen want op deze wijze zullen ).

44. (O Joodse geleerden! Dus) Jullie aanbevelen (adviseren) de mensen om goed (rechtvaardig, oprecht, deugdzaam, gehoorzaam) te zijn maar jezelf vergeten jullie (om goed en oprecht te zijn, terwijl jullie allerlei slechtheden doen, is dat zo)? Terwijl jullie de boek (Thora denken te) lezen (en volgens jullie beweringen volgen jullie de bepalingen uit dit boek maar desondanks) doen jullie al deze (tegenstrijdige dingen). Maar, (gebruiken jullie je gezonde verstand niet en) denken jullie dan niet (dat dit tenminste een groot onfatsoenlijkheid is wat jullie aan het doen zijn of denken jullie jezelf geen verantwoordelijkheid hebben en allerlei fouten mogen doen)?!

45. (Daarom, verlaat al deze slechtheden en koppigheden dat jullie al heel lang hebben en richt je tot je Rab Allah) Vraag om hulp (en om bescherming van Allah) met salat (en innig gebed) en met verdraagzaamheid (bij allerlei moeilijkheden dat je zult tegenkomen tijdens je strijd omwille van Allah en bescherm je ego om te zondigen, biedt weerstand, blijf overeind in welke situatie je ook verkeert). Ongetwijfeld zijn deze (zware) moeilijke dingen voor de ego maar (dit geldt) niet voor iemand die diep respect (zelfkritiek doet en verbondenheid) toont tegenover (zijn Rab) Allah (en een leven door brengt om alleen Hem te dienen, alleen Hem tevreden te stellen en alle vormen van afgoderij, bestuursvormen, bepalingen met alle kracht zoveel mogelijk proberen omver te werpen).

46. Want deze (moemins) weten ongetwijfeld (innig uit hart, zonder enige vorm van twijfel, absoluut) dat zij (uiteindelijk) bij hun Rab zullen verschijnen (uit de graf opnieuw tot leven gewekt worden) en  zullen terugkeren (in het hiernamaals om te worden berecht).

47. O de zonen van Israël! Denk (en herinner eens) aan die (diverse wereldse) gunsten (en openbaringen) dat Ik jullie destijds gaf en boven andere (ongelovige) volkeren koos (vanwege met Abraham gemaakte belofte, dat zolang jullie alleen God en Rab Allah gehoorzamen,  alleen Hem dienen, tegen alle vormen van afgoderij verzet bieden en dat jullie tegelijkertijd beproefd zullen worden met diverse situaties en onderwerpen)!

48. (Neem je voorzorgsmaatregelen tegen de hiernamaals en bereid je hiervoor!) Bescherm je tegen die Dag waarbij niemand iemand (ook als is het maar ietsje) dienst kan aanbieden (elk individu is voor zich zelf, iedereen zal zorgen om zichzelf hebben, niemand kan elkaar helpen), geen enkel bemiddeling zal helpen (om gered te worden), geen enkel prijs (losgeld) zal geaccepteerd (worden om te worden vergeven wegens zondes) en niemand zal absoluut geholpen worden.

49. (O de zonen van Israël!) Herinner dat Wij (destijds) jullie gered hebben van (de despotische) Farao en zijn mannen. Zij deden jullie allerlei onverdraagzame kwellingen (martelingen, vernederingen) aan, zij vermoordden de jongens en lieten de vrouwen (en meisjes) in leven (om voor slechte doeleinden te gebruiken). Dit (te worden gered van de onrecht dat gedaan werd door Farao en zijn mannen tegen jullie) was een grote gunst van jullie Rab (en tegelijkertijd een beproeving) dat werd gegeven.

50. (O de zonen van Israël! Weer, destijds) Herinner, toen Wij voor jullie de zee (in tweeën) lieten delen en (op deze wijze) jullie gered (tegen een vijand), als gevolg hierdoor Farao en zijn mannen voor jullie ogen (terwijl jullie al deze gebeurtenis toezagenin de zee) lieten verdrinken!

51.  (Herinner weer!) Destijds hadden Wij met Mozes voor veertig dagen afspraak gemaakt (aan de Sinai gebergte om openbaringen te geven). Maar na zijn vertrek (naar Sinai gebergte) hadden jullie de (zelfgemaakte stambeeld) kalf gemaakt (enaanbeden in plaats van Rab Allah te aanbidden, te dienen, te gehoorzamen, hadden jullie op deze wijze je ego, andere wezens, aan de kalf de goddelijke eigenschappen van Rab Allah toegekend en gelijk met Allah gezien, terwijl Allah één is met al Zijn eigenschappen en dus absoluut geen deelgenoten heeft). (Hoe durfden jullie na zoveel gunsten je rug tegen Rab te keren!) (Jullie hebben jezelf op deze wijze onrecht aangedaan) Jullie zijn despoten (opstandiger, ongehoorzaam, oneervol)!

52. Maar (herinner), Wij hadden jullie (ondanks deze slechte, despotische gedrag, Onze barmhartigheid getoond na deze grote overtreding en na innig gedane berouw toch) vergeven, misschien dat jullie (hieruit lessen zouden halen) dankbaarheid en gehoorzaamheid zouden tonen.

53. (Herinner weer!) Als leidraad (om afdwaling te voorkomen en zich op de juiste pad te kunnen bevinden) hadden Wij aan Mozes enkele bepalingen (openbaringen, wetten, de Foerqan) gegeven dat verschil liet zien wat juist (wie zich op de juiste pad bevindt of kan bevinden) en onjuiste (afdwaling, ondankbaarheid, despotisme) was (en aan wie, hoe en waarom zij dankbaarheid, onderdanigheid en gehoorzaamheid moesten tonen).

54. Destijds zei Mozes: ”O mijn volk! Door de kalfsstandbeeld als god aan te nemen hebben jullie je zelf onrecht (slecht) aangedaan. (Daarom, kom tot jezelf!) Per direct dienen jullie berouw te doen tegenover jullie Schepper (Rab Allah) die jullie foutloos heeft geschapen en vernietig je ego (slechte emoties, gedachten, arrogante, opstandig gedrag dat in jullie heerst en herstel dit opnieuw). Want dit (spijt betuigen, excuus aanbieden) is de beste (gedrag) voor jullie in de ogen van jullie Rab (Allah). Vervolgens zijn jullie vergeven (door Rab Allah omdat jullie gehoor hadden geven en de gemaakte grote fout hadden verlaten). Want ongetwijfeld is Hij vergiffenisvol (wanneer innig uit hart berouw wordt gedaan) en Barmhartig (medelijdend heeft).

54. Dit staat ook vermeld in Exodus (na het verlaten van Egypte) 32, ondanks bevrijd te zijn van Farao, hoe zij meteen na vertrek van Mozes naar Sinai gebergte, opstandig, ongehoorzaam waren tegenover de Schepper.