Het verdraaien en veranderen van de Thora

Laten we in de bron van waarheid te weten komen In de Koran, in hoofdstuk al Bakara wat Allah over de joden (voorheen de zonen van Israël) zegt:

75. (O moemins!) Terwijl deze joden die precies net als hun voorouders verzonken zijn in zonden en precies net als hun sommige voorouders ook harten versteend zijn) Denken (en hopen) jullie dan dat zij in jullie zullen geloven?! Terwijl een groep van hen (destijds middels de eerwaardige Mozes en de profeten na hem) naar de woorden van Allah luisterden, maar nadat zij de (waarlijke) inhoud begrepen hadden, hadden zij de doel en de bedoeling opzettelijk verdraaid (doen deze joden precies het zelfde, want de meeste van hen horen de waarheid door jouw mond maar willen niet geloven en erkennen).

76. Van andere kant, wanneer zij moemins tegenkomen zeggen zij “wij geloven precies als jullie”, maar wanneer zij bij elkaar zijn (veroordeelt de leiders deze groep joden en zegt “waar zijn jullie mee bezig?) “Vertellen jullie aan hen dingen wat Allah ons heeft vermeld (in de Thora met informaties waarin staat vermeld over deze laatste profeet Muhammed) zodat zij dit als een bewijs van ons Rab tegen ons zullen gebruiken, is dat zo?! (Want wanneer jullie zulke dingen blijven vertellen, wat zal er dan gebeuren wanneer de moslims in nadeel van ons de verzen uit de Thora gebruiken? Tegelijkertijd zullen jullie de positie, bezittingen, rijkdom en ook reputatie tussen de mensen kwijtraken en de moslims de steun van de volk krijgen!) Kunnen jullie niet zover nadenken?“

77. Allah weet wat zij verbergen (wanneer zij stiekem in nadeel van de moslims met elkaar praten of andere plannen hebben) en ook wat zij openlijk (in het openbaar) zeggen. Maar, weten zij deze waarheid dan niet (dat Rab Allah alles precies weet, dat zij niets van Allah kunnen verbergen)? (Alsof Allah de Thora niet heeft laten neerdalen! Alsof Allah in de Koran niet gaat vertellen wat in de Thora vermeld staan ! Want als de joden werkelijk in Allah geloofden, zouden zij niet zulke onzinnige dingen hadden verteld!)

78. Ook zit tussen hen die niets van de boek (Thora) afweten (wat in Thora staan vermeld). Enigste wat zij weten zijn berichten die zij gehoord hebben (via via zonder gegronde reden). Zij praten (daarom) alleen maar leugens en vermoedens (en verzinsels, maar eigenlijk weten zij heel goed dat zij niet op de juiste pad zijn, maar wegens arrogantie, koppigheid en met hun versteende hart willen zij dit niet erkennen).

79. (Wat betreft de Joden die de inhoud van Thora wel weten!) Verdoemd (die joden)! Want zij schrijven (voegen) eigenhandig sommige dingen op (in de Thora alsof het woorden van Allah zijn wat in werkelijkheid niet zo is) in ruil voor deze eenvoudige aardse winsten en zeggen daarna (tegen de onwetende mensen): “Dit zijn openbaringen neergedaald door Allah! Verdoemd zijn zulke wegens eigenhandig geschreven te hebben! Nogmaals verdoemd zijn zulke, die via deze weg winst boeken (omdat de zogenaamde joodse geleerden, rabbijnen dit als een middel zien om fysieke winst te boeken en de mensen zo uitbuiten of de mensen die werkelijk de waarheid willen zoeken verhinderen, want de onwetende joden hebben alleen maar rabbijnen als zij religieuze dingen willen weten).

80. Zij zeggen (ondanks na zoveel zonden): “De vuur zal ons na bepaalde dagen absoluut niet raken.

(O Profeet!) Zeg tegen hun: “(Wat is er?!) Of hebben jullie over deze kwestie belofte van Allah gekregen?! (Als jullie over deze kwestie de belofte van Allah hebben, dat jullie na paar dagen bestraft te zijn in de hel en daarna de paradijs zullen betreden, dan is er niets aan de hand) Want Allah verbreekt zijn belofte absoluut niet! (Maar dat is niet de werkelijkheid!) Of zeggen jullie dingen waarvan jullie nergens van af weten (met ongegronde, onzinnige beweringen) en dit (leugens zoals ‘de vuur zal ons na bepaalde dagen absoluut niet raken) toeschrijven aan Allah (alsof Allah dat vermeldt heeft, is dat zo?)?

Wanneer deze verz samen met de voorgaande verzen nagedacht wordt, geloven de meeste joden dat zij in het hiernamaals een korte straf zullen krijgen en omdat zij denken “verheven boven andere volkeren” te zijn, de straf meteen wordt opgeheven. Deze geloof dat eigenhandig geschreven is door de joodse geleerden, de rabbijnen, geven aan de onwetende joden de garantie in hiernamaals dat zij voor korte duur in de hel zullen verblijven, is dit niets anders dan de waarheid verdraaien.  Deze geloof verwerpt de Koran.

81. Nee! (Integendeel! Het is absoluut niet zo zoals zij beweren of denken!) De waarheid is, dat diegene die een zonden heeft gewonnen (door de goddelijke eigenschappen van Allah anderen laten deelnemen, sjierk plegen, opstandig gedrag vertonen en als gevolg hierdoor een grote strafbaar feiten plegen) en de zonden van alle kanten heeft omsingeld (door deze zonden een leefstijl van te maken, slechte dingen gewoonte van maken en hierover niet ongerust over zijn, slecht gedragingen als normale gang van zaken zien) zullen in de hel belanden en zullen daar voor altijd verblijven.

93. Destijds, toen Wij de Tur gebergte (als het ware) boven jullie lieten hangen (alsof de berg  op jullie om zou vallen om jullie te bestraffen zolang jullie koppige, arrogante houding dat jullie als een gewoonte van hebben gemaakt niet zouden verlaten), kregen Wij (nadat jullie om vergiffenis vroegen) de belofte van jullie (en van jullie voorouders) dat jullie zouden gehoorzamen toen Wij jullie bevolen; “ Grijp (omhels) stevig (de boek Thora) wat aan jullie is gegeven, luister naar die verzen aandachtig (en praktiseer dit op een correcte wijze en wees een oprechte, goede dienaar van Allah). Maar (niet veel later namen zij een weer een ongehoorzame, arrogante, koppige houding aan alsof) zij (hiermee willen) zeggen: “Wij hebben (de verzen, bepalingen van Allah) gehoord (en geleerd) en (willen hoe dan ook niet gehoorzamen en) zullen opstand (blijven) bieden. De wens om het (gouden) kalf te aanbidden was vanwege hun ontkenning (ondankbaarheid, ongehoorzaamheid) dat tot hun botten gedrongen was.

(O Profeet!) Zeg (nu eens tegen die joden): “Als jullie (denken) gelovig te zijn (zoals jullie dat beweren) wat beveelt die gelovigheid jullie zulke slechte dingen! (Jullie zeggen te geloven in de Thora maar tegelijkertijd komen jullie de bepalingen niet na wat daarin staan vermeld door Almachtige Schepper Allah!? Is het dan niet tegenstrijdig om te zeggen dat je wel in Allah en Zijn boek (Thora) gelooft maar de wetten, bepalingen wat daarin vermeld staan niet na komt! Is dit dan geen verdraaiing van de waarheid?)

94. (O Profeet!) Zeg (weer) tegen hun: “Als het hiernamaals (oneindige prachtige paradijs) leven van Allah niet voor andere mensen maar alleen voor jullie bestemd is, (kom) vraag dan meteen om te willen sterven (om dit te kunnen bewijzen) als jullie oprecht en eerlijk zijn (bovendien zullen jullie dan op deze wijze sneller in de paradijs verblijven en van de aardse problemen verlost worden!).

95. Maar dit (wens om te dood te willen gaan) zullen zij absoluut niet willen vanwege vele zonden dat zij hebben gemaakt  (vooral door eigenhandig gemaakte verdraaiingen, afwijken van de waarheden en het ten onrechte doden van de profeten). Allah weet ongetwijfeld heel goed (maar heel goed) wie despoten (ontkenners, opstand bieders, ongehoorzamen) zijn. (Want een oprechte dienaar/moemin, zal namens Allah niets durven zeggen, niet zeggen of beweren dat de goddelijke gunsten alleen tot hen behoren. Natuurlijkerwijze zal een moemin hopen in de paradijs te verblijven, daarentegen zullen zij de oprechtheid en juistheid op geen enkele wijze verlaten. Moemins wensen niet te willen sterven, maar als het nodig is zullen zij met alle tevredenheid willen sterven. Echte dienaars van Allah leiden een leven alsof zij Allah zien terwijl dat niet zo is, leiden een leven met Allah centraal in de gedachte.)

96. (O Profeet!) Werkelijk, jij zult zien dat zij (de joden) onder de mensen het meest gehecht zijn aan deze wereld (die achter hun wil en begeertes aangaan), zelfs nog erger dan de moesjrieks (die een en andere dingen verafgoden). (Zo erg dat) Elk van hen wenst zelfs duizend jaar te willen leven. Terwijl zo lang leven hen niet van de bestraffing zal redden (en zelfs meer dan duizenden jaren geleefd te hebben zullen zij de straf niet ontkomen). (Bovendien, aangezien zij beweren dat de paradijs in het hiernamaals voor hen bestemd is, waarom wensen zij dan duizend jaar te willen leven?) Allah ziet ongetwijfeld (al hun zonden) waar zij mee bezig zijn (en de verdiende straf zullen zij absoluut verkrijgen).

97.(O Profeet!) Zeg (weer tegen die joden die de engel Gabriel als een vijand zien): “Wie (op welke wijze dan ook) Gabriel als vijand ziet, dient goed te beseffen, dat deze (Koran) de voorgaande (goddelijke boeken, openbaringen) bevestigd (is vanuit dezelfde bron en met dezelfde boodschap), voor de moemins een leidraad (en een goede nieuws en een goedheid) is, (voor diegenen die gehoor geven aan deze Koran ten gunste van de dienaren zal zijn met als eindresultaat de onophoudelijke paradijs leven in het hiernamaals), heeft hij (de engel Gabriel, de goddelijke openbaringen) met de wens van Allah, in jouw hart (verstand) gestopt.

98. Wie vijandig doet tegen Allah, (tegen) Zijn Engelen, (tegen) Zijn Profeten, (tegen) Gabriel en Mikael, dient goed te weten dat Allah ongetwijfeld ook tegen zulke ontkenners vijand zal zijn (en of die alles ontkent of een deel daarvan, maakt niet uit, Allah zal tegen zulke mensen, die buiten Allah of samen met Allah, Zijn eigenschappen aan anderen geven, anderen deelgenoten van Hem maken, wraak nemen). 

99. (O Profeet!) Wij hebben aan jouw openlijke (bewijzen) verzen neergedaald. Deze zijn alleen diegenen die van de juiste pad zijn afgeweken, in zonden zijn gezonken (net als die joden). (Want werkelijk, de joden hebben van ouds af aan de onbetrouwbaarheid  en ondankbaarheid als een gewoonte van gemaakt).

100. Want telkens wanneer zij (de joden) belofte deden (tegenover Allah), was er dan geen groep tussen hen die de belofte niet nakwam?! De meesten van hen geloofden eigenlijk niet (innig uit hart in de Thora, want anders zouden zij niet het omgekeerde doen wat erin vermeld stonden).