In de dagen van de beginfase van Christendom, was het hebben van zonen van goden op aarde nog steeds wijd verspreid.
Het aanbeden van goden die lijden was overal en op grote schaal was het martelen van de opgeofferde een traditie bij het offeren van een mens.
We zijn regelmatig getuige van sterven en opnieuw herleven God definities.
In de mythologie waren Osiris, Attis, Dionysus, Hercul en alle anderen door martelingen doodgegaan en later herleven als god en zonen van god.
Op deze manier is voor de mensheid de god-zoon idee de basis gevormd in de Christendom en is op deze manier de afgoderij in de Christendom binnengedrongen.
En Profeet Jezus is volgens hun, die zondes reinigt, de zoon van god en een lammetje dat gesneden is geworden.
In de Griekse cultuur was het geboorte van een god uit een god een heel gewoonlijke situatie.
Goden en godinnen paarden met mensen en baarden van mensen.
De geborene kwam op de wereld als een held uitgerust met superieure krachten en uiteindelijk stierven zij ook.
Deze paganistische traditie is op Jezus aangepast.
Jezus is zodanig aangepast als een figuur, hij die incarnatie is van God, die lijdt, die sterft, en herrijst na de dood om alle mensen te verlossen.
Christenen geloven dat Jezus gekruisigd is om de zondes van de mensheid.
Terwijl iemand anders was die op Profeet Jezus leek. Deze situatie wordt in de Koran vermeld.
Er was in de Antieke Griekenland een traditie om iemand als zondebok te maken.
Deze zondebok nam de zondes van de mensen op zich en werd verdreven uit de stad of werd gedood.
Deze kreeg de naam Pharmacos dat magische persoon als betekenis heet.
Het tiranniseren tegen hem was duidelijke een religieuze gebeurtenis. Voordat hij doodgaat word hij met het geld van het volk in het bijzonder met zuiver eten gevoed, bekleed met heilige kleding en bekroond met heilige planten.
Door hem heilig op te offeren, werden de zondes van de stad verwijderd .
Het lot van een Pharmacos is vernederd, geslagen en gedood worden.
Christenen hebben deze verhaal aan Profeet Jezus aangepast.
Bovendien duiden de Christenen Jezus aan met offerlam.
‘En ziende op Jezus, daar wandelende, zeide hij: Ziet, het Lam Gods! (Johannes 1:36)
‘Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam..( 1 Petrus 1:36 )